Gemeente Amsterdam stopt helemaal nog
niet met dwangarbeid
Vorige week is de onjuiste slagzin “De gemeente Amsterdam
stopt met het werken voor je uitkering” in de publiciteit geweest. Aanleiding
voor die kreet was een gemeentelijk persbericht dat op veel instemming kon
rekenen. In Amsterdam worden de “participatiebanen” van zo'n drieduizend
bijstandsgerechtigden afgeschaft. De instroom tot die “banen” met behoud van
uitkering stopt deze maand en de afbouwperiode van de bestaande “banen” loopt
tot 1 mei 2015. Maar in tegenstelling tot wat de gemeente stelt, stopt men nog
helemaal niet met alle dwangarbeid (1) voor bijstandsgerechtigden.
Dat werken met behoud van uitkering nog lang niet van tafel
is, werd me vorige week duidelijk uit een gesprek met SP-wethouder Arjan
Vliegenthart, waar ik en een paar andere leden van het comité Dwangarbeid Nee
bij aanwezig waren, onder wie ook dwangarbeiders. Het ziet er namelijk naar uit
dat het Amsterdamse dwangarbeidcentrum aan de Laarderhoogtweg voorlopig nog
open blijft, ondanks de belofte in het college-akkoord dat de gemeente gaat
stoppen met het verplichte onbetaalde werken. De trajecten in dat centrum
vallen in feite buiten alle categorieën die in de reïntegratieverordening
worden genoemd. Er staan daarover geen beleidsregels op papier, laat staan dat
die regels in de gemeenteraad zijn besproken.
Dwangarbeid gaat door
De comitéleden lieten de wethouder weten dat de
gemeentelijke Dienst Werk en Inkomen en ook stichting Herstelling, die het
dwangarbeidcentrum draaiende houdt, steeds beweren dat het op de
Laarderhoogtweg om een reïntegratietraject zou gaan, ook bij de afhandeling van
klachten. Maar uit veel interne stukken blijkt dat de gemeente alleen maar een
disciplineringstraject voor ogen heeft. Als bijstandsgerechtigden in een ander
reïntegratietraject volgens de gemeente-ambtenaren niet goed slagen of als dat
traject wordt afgebroken, dan krijgen ze behalve een strafkorting op hun
uitkering als extra straf dat ze naar het disciplineringstraject van
Herstelling worden gestuurd. Sommige bijstandsgerechtigden werken in dat
traject een jaar of langer met behoud van uitkering. Vliegenthart praatte er
een beetje omheen wat er met het dwangarbeidcentrum zou gaan gebeuren. “Nou,
die paar partcipatieplaatsen die er zijn, die gaan wel verdwijnen”, zei hij.
“Nee, nee, daar gaat het niet om”, reageerden we. “Al die andere
reïntegratietrajecten die geen officiële status hebben en nergens onder vallen,
moeten ook weg.”
De wethouder bleek er warempel niet eens van op de hoogte dat
de bijstandsgerechtigden in het dwangarbeidcentrum geen contract krijgen. Ook
wist hij niet dat ze daar voor onbepaalde tijd moeten werken en dat er
werkelijk niets op papier staat. De dwangarbeiders die bij Herstelling werken,
bevestigden tegenover de wethouder dat geen enkele dwangarbeider een contract
heeft en ook niet weet waar hij of zij aan toe is. Daarop kwam de wethouder met
de slappe smoes dat wij geen misstanden aan hem zouden hebben gemeld, waar hij
tijdens het vorige gesprek wel om had gevraagd. Maar dankzij het actie- en
onderzoekswerk van het comité is eerder al een stortvloed aan klachten en
misstanden naar buiten gekomen, die onder meer hebben geleid tot de publicatie
van een uiterst kritisch rapport (2) en van een serie artikelen in De Volkskrant.
(3) En in juni kwam nog een ander schandaal (4) aan het licht, toen bleek dat
dwangarbeiders werden blootgesteld aan mosterdgas, asbest en andere schadelijke
stoffen. In feite is de dwangarbeid die via Herstelling aan
bijstandsgerechtigden wordt opgelegd, één grote misstand die inmiddels al
jarenlang wordt aangeklaagd. De wethouder vraagt dan ook naar de bekende weg.
“Maar eh, ik kan niet zomaar het centrum sluiten. Daarover
beslist de gemeenteraad”, wierp de wethouder nog tegen. “Onzin”, zeiden de
comitéleden, “In overeenstemming met de wet bepaalt het college van B en W
welke voorziening wordt aangeboden aan bijstandsgerechtigden. Dus jij hebt de
bevoegdheid om maatregelen te nemen.” Vliegenthart lijkt niet de wil te hebben
om de dwangarbeid aan de Laarderhoogtweg te beëindigen, hoewel het
college-akkoord wel degelijk heeft bepaald dat verplicht onbetaald werken ook
daar stopgezet moet gaan worden. In feite voert hij daarmee het akkoord niet
uit en blijken de mooie woorden op papier gebakken lucht te zijn.
Nieuwe vormen van dwangarbeid?
Tijdens het gesprek kwam ook nog naar voren wat de nieuwe
trajecten voor bijstandsgerechtigden inhouden. De gemeente gaat uit deze
indeling:
* “Proefplaatsingen” bij werkgevers, waarbij het gaat om
Wajongers die drie maanden gratis werken om hun “loonwaarde” te laten
vaststellen. Werken met behoud van uitkering dus, buiten alle regels om die
gelden voor een normale proeftijd.
* Een combinatie van zogenaamde “perspectiefbanen” en een
“leerstage”. Het is daarbij de bedoeling dat de bijstandsgerechtigde eerst een
half jaar “stage loopt” om opgeleid te worden voor de baan die hij later bij
het bedrijf zou kunnen gaan krijgen. Die “stage” kan met een half jaar worden
verlengd, waarna “de stage” dan zelfs een jaar zou duren. Dit alles met behoud
van uitkering. In Het Parool noemt de wethouder als voorbeeld een
banketbakkerij waar de bijstandsgerechtigde de beginselen van het vak leert. Na
uiterlijk een jaar zou de bijstandsgerechtigde een “perspectiefbaan” aangeboden
krijgen, waarbij het loon dat hij dan ontvangt deels door de werkgever en deels
door de gemeente wordt betaald. De werkgever is niet verplicht om de
bijstandsgerechtigde daarna in dienst te nemen, wat de deur wijd open zet voor
misbruik en uitbuiting. De bijstandsgerechtigde kan daar bovenop ook nog een
“perspectiefbaan” bij een andere werkgever krijgen, voor een half jaar. Zo kan
het gebeuren dat een bijstandsgerechtigde een jaar “stage loopt”, een half jaar
een “perspectiefbaan” heeft, vervolgens een half jaar een andere
“pespectiefbaan” heeft, dus twee jaar onderweg is naar een reguliere baan, en
aan het eind van het liedje toch in de bijstand blijft zitten. De wethouder
heeft aangegeven dat hij op zoek wil gaan naar “perspectiefbanen” op scholen,
bijvoorbeeld als ondersteunend personeel. In 2015 gaat er een proef draaien met
425 tijdelijke “perspectiefbanen”, waarvan er 115 zijn bedoeld voor jongeren.
Dat kan uitgroeien tot 1000 “perspectiefbanen”, maar dan moet daar wel genoeg
geld voor zijn.
* “Leerwerktrajecten” op grond van artikel 10f van de
Participatiewet. Het gaat om “het bieden van ondersteuning” aan personen van 16
tot 27 jaar die nog geen “startkwalificatie” hebben behaald.
* “Beschut werk”. De gemeente kan aan iemand met een
arbeidsbeperking een baan aanbieden “in een beschutte omgeving en onder
aangepaste omstandigheden”.
* Instroom in een “arrangement” op basis van de
Participatiewet. Het gaat om “garantiebanen met een onbepaalde duur en via
loonkostensubsidie naar “loonwaarde”.
Tijdens het gesprek brachten we naar voren dat de
bijstandsgerechtigde in het geval van “perspectiefbanen” en
“leerstagetrajecten” steeds het risico loopt dat de werkgever alleen interesse
in hem heeft zolang en voor zover hij een gratis of goedkope arbeidskracht is.
Na afloop van de “stage” en de “perspectiefbaan” kan de baas hem laten vallen
als een baksteen, omdat er geen verplichting is om hem als reguliere werknemer
aan te nemen. Dat klemt des te meer omdat het begrip “leren” dat bij
“stagetrajecten” wordt gebruikt, vaag is en allerlei vormen kan aannemen. De
wethouder liet weten dat hij misbruik van de regeling niet volledig kon
voorkomen. Maar als het op grote schaal zou voorkomen, dan zou de gemeente met
de betrokken werkgever “geen zaken meer doen”. Dat zou ook gelden voor
verdringing van bestaand betaald werk. “Als een werkgever net op grote schaal
mensen heeft ontslagen, dan doen we daar ook geen zaken mee.” Vage beloften die
geen enkele garantie bieden voor de bijstandsgerechtigden die het slachtoffer
zijn geworden van dit soort bazen.
Schriftelijk contract?
Ook tijdens de rest van het gesprek bleef de wethouder vaag.
De regels in de nieuwe reïntegratieverordening bleken boterzacht, zo werd
duidelijk. In de verordening staat ferm dat doel, inhoud en duur van het
reïntegratietraject van te voren moet worden vastgesteld. Daarover moet met de
bijstandsgerechtigde worden gecommuniceerd, wat bij trajecten van stichting
Herstelling tot nu toe echter nooit gebeurt. De wethouder liet tijdens het
gesprek in het midden of de verdere invulling van het concrete traject moet
worden vastgelegd in een schriftelijk contract, op papier dus, of dat een
mondelinge “afspraak” voldoende zou zijn. Dat gold ook voor de motivatie
waarmee gemeente-ambtenaren kunnen afwijken van de voorstellen die
bijstandsgerechtigden zelf inbrengen. Ook daarbij zou een mondelinge mededeling
al kunnen volstaan, wat ambtenaren uiteraard vrij spel geeft om te doen en te
laten wat ze willen. De wethouder wist al helemaal niet of “de afspraken” moesten
worden vastgelegd in een afzonderlijk schriftelijk contract of in een officiële
beschikking. In de verordening wordt daar niets over gezegd.
Wat gaat er nu eigenlijk veranderen ten opzichte van de
bestaande praktijk, waarbij vaak geen rekening wordt gehouden met de wensen en
voorstellen van de bijstandsgerechtigden? Talloos zijn de misverstanden,
communicatiestoornissen en welles nietes-discussies achteraf, zo is de ervaring
van Dwangarbeid Nee, juist omdat er nauwelijks iets op papier staat. De comitéleden
hebben slechte ervaringen met de mondelinge “afspraken” tussen klantmanagers en
hun “klanten”. Tijdens het gesprek overhandigden ze de wethouder een
beschikking die een van de aanwezige dwangarbeiders had ontvangen die meer dan
een jaar in het “traject kantooromgeving” van het dwangarbeidcentrum heeft
gezeten, zonder enig contract en zonder duidelijke “afspraken”. Hij is
medeondertekenaar van een petitie (5) van een groep dwangarbeiders die onlangs
in opstand kwamen. Nu wordt hij naar het Amsterdamse Bos gestuurd. Gaat er nog
een jaar dwangarbeid voor hem volgen?
Geen onafhankelijke klachtencommissie
Vanwege de rechteloosheid en het misbruik waarmee
dwangarbeiders worden geconfronteerd, is het van groot belang dat er een
onafhankelijke klachtencommissie bestaat die bij slechte bejegening en
meningsverschillen tussen klantmanagers en “klanten” objectief kan oordelen. De
wethouder onderzoekt momenteel het klachtenreglement, maar wenst er geen
belangrijke wijzigingen in door te voeren. Een onafhankelijke klachtencommissie
wijst hij doodleuk af. Als argument daarvoor geeft hij aan dat de DWI als
organisatie moet leren van de klachten. Maar dat kan ook en zelfs nog beter als
de klachtencommissie onafhankelijk kan opereren, zou je zeggen. De wethouder
keek daar anders tegenaan. Veel klachten worden gegrond verklaard, liet hij
weten, dus de bestaande interne klachtenprocedure loopt goed. Bovendien zou de
Ombudsman al een onafhankelijke procedure bieden. Als een klacht niet naar
behoren is afgehandeld, zou de bijstandsgerechtigde zich tot de Ombudsman
kunnen wenden.
Ook komt er niet meer ruimte voor collectieve klachten. De
comitéleden hebben geprobeerd om de wethouder ervan te overtuigen dat die
ruimte er wel moet komen. Veel bijstandsgerechtigden vrezen immers dat ze
tijdens de interne klachtenprocedure opnieuw zullen worden geconfronteerd met
dezelfde klantmanager door wie ze slecht zijn behandeld. Bovendien heeft de
afdeling klachten alleen een begeleidende functie. Het antwoord op de klacht
wordt opgesteld door de teammanager van de klantmanager, die zijn eigen versie
geeft over de welles-nietes discussies tussen klantmanager en
bijstandsgerechtigde. Die versie gaat vervolgens een eigen leven leiden. Hoog
tijd dus om de bijstandsgerechtigden te voorzien van meer en stevigere
procedurele mogelijkheden. Maar dat weigert de SP-er Vliegenthart dus.
Nieuwe actiepunten
Dwangarbeid en de kritiek erop komt al een hele tijd in de
publiciteit, vooral ook dankzij dwangarbeiders en andere bijstandsgerechtigden
die ertegen strijden. Die acties hebben resultaat. De “tegenprestatie” van de
Participatiewet is door de VVD als verplichting op de agenda gezet. Volgens een
enquête in het blad Binnenlands Bestuur zou tachtig procent van de gemeenten de
“tegenprestatie” vrijwillig willen opleggen. Als dat inderdaad zo is, dan komt
dat door het protest van onderop. En die twintig procent dan? Is de
“tegenprestatie” werkelijk van tafel? Zeker niet, de strijd tegen dwangarbeid
blijft broodnodig. Het comité Dwangarbeid Nee gaat voor het standpunt van de
FNV: op 1 mei moet dwangarbeid het land uit zijn. Overigens spreekt de FNV niet
van “dwangarbeid”, maar van “werken zonder loon”.
Niettemin is er al het nodige bereikt in de strijd tegen de
Amsterdamse dwangarbeid. Dankzij de activiteiten van Dwangarbeid Nee kwam in
het college-akkoord na de gemeenteraadsverkiezingen te staan: “We stoppen met
het werken met behoud van uitkering”. Een half jaar later is de dwangarbeid
over de hele linie nog niet afgeschaft, maar wel de “participatiebanen”. De
uitwerking van het college-akkoord door wethouder Vliegenthart laat echter veel
vragen open. Ondanks de afschaffing van de “partcipatiebanen” blijkt
dwangarbeid voor bijstandsgerechtigden te blijven bestaan. De grootste grief is
wel dat het dwangarbeidcentrum aan de Laarderhoogtweg, waar enkele honderden
bijstandsgerechtigden werken, open blijft. Wat een schande, en daarvoor is de
SP-wethouder rechtstreeks verantwoordelijk. Het is duidelijk dat de strijd van
onderop tegen dwangarbeid onverminderd door moet gaan.
Piet van der Lende
Noten