Dit is een voorlopige reactie op het rapport “Door de bomen het bos weer zien”, een onderzoek van de wetenschappers Rob van Eijbergen en Leo Huberts naar het reilen en zeilen van stichting Herstelling in verband met “de integriteitsschendingen” in de Amsterdamse reïntegratie-industrie. Het rapport was al in juni klaar, maar is nu pas door de gemeente Amsterdam gepubliceerd. Want de lokale politici moesten eerst nadenken over een reactie op het rapport en over een inventarisatie van te nemen maatregelen. Mijn reactie is voorlopig, omdat veel andere mensen van de Bijstandsbond en het actiecomité Dwangarbeid Nee, waarin ook Doorbraak meedoet, op vakantie zijn. Gezamenlijk overleg over een definitieve reactie kan daarom pas later plaatsvinden. Bovendien moeten we het doorwrochte rapport eerst goed bestuderen om een definitief oordeel te kunnen geven. Maar een voorlopige indruk wil ik jullie niet onthouden.
Dwangarbeid
De Amsterdamse SP-wethouder Arjen Vliegenthart heeft de hoogleraren Huberts en Van Eijbergen gevraagd om een rapport uit te brengen met adviezen naar aanleiding van een eerder onderzoek naar misstanden bij het reïntegratietraject in het Amsterdamse Bos van stichting Herstelling Werk en Uitvoering. Dat onderzoek werd uitgevoerd door het Bureau Integriteit van de gemeente. Naar aanleiding van dat onderzoek werd het traject beëindigd. Uit het rapport van de hoogleraren blijkt dat er met de Amsterdamse reïntegratietrajecten veel mis is. De wetenschappers distantiëren zich weliswaar van de term “dwangarbeid” die wij hanteren, maar constateren vervolgens veel knelpunten. Naar nu blijkt, is naar aanleiding daarvan ook het reïntegratieproject van Het Groenteschip “preventief” gesloten. De hoogleraren lijken daarbij een beetje op twee gedachten te hinken. Enerzijds constateren ze dat er met de persoonlijke integriteit van de meeste medewerkers niets mis is, en dat de ambtenaren gemotiveerd, oprecht en met veel passie en idealen hun werk doen. Anderzijds wordt er gesproken over een “gesloten familiecultuur”. In het rapport wordt het reilen en zeilen van de reïntegratietak van de gemeente Amsterdam uitgebreid geanalyseerd. Oplossingen worden gezocht in het verbeteren van de organisatie, waarbij weer naar voren komt dat de voormalige Dienst Werk en Inkomen als geheel, ja eigenlijk de gehele gemeentelijke organisatie, veel te weinig open staat voor klachten van burgers over door hen gesignaleerde misstanden. Naar aanleiding daarvan gaat het gemeentebestuur voortaan ook de gemeentesecretaris inschakelen om verbeteringen te bewerkstelligen. In het algemeen is de redenering dat de medewerkers wel integer zijn, maar dat de kwaliteit van de organisatie te wensen overlaat, waardoor zogenaamd ongewild misstanden als in het Amsterdamse Bos toch kunnen voorkomen. De hoogleraren waarschuwen er alvast voor dat die misstanden met de huidige organisatie ook in de toekomst weer kunnen voorkomen.
Rechteloosheid
Tijdens hun onderzoek waren de hoogleraren er verbaasd over dat veel misstanden al jaren geleden aan de orde zijn gesteld, en dat daar in de politiek en de ambtelijke organisatie niets mee is gedaan. Dat was ook al geconstateerd in het rapport van het Bureau Integriteit naar aanleiding waarvan het gemeentebestuur in een reactie erkende dat het fout was dat de gemeente er te weinig op had gereageerd. Men wil dat nu anders gaan doen. De grote vraag is of de oplossingsrichting van organisatorische veranderingen voldoende soelaas biedt. Een groot deel van het rapport van de hoogleraren gaat over verbeteringen in de organisatie. Zoals al opgemerkt, nemen de wetenschappers afstand van het begrip “dwangarbeid”. Wat wij met het naar voren brengen van dit begrip hebben willen benadrukken, is de rechteloosheid van de bijstandsgerechtigden die met behoud van uitkering werken. Het arbeidsrecht is niet van toepassing, dwangarbeiders verdienen geen loon, ze hebben wel veel plichten en moeten opdrachten vervullen op straffe van sancties of zelfs stopzetting van hun uitkering. Ze hebben dus geen keuze. Velen doen zinloos, repeterend eenvoudig werk ver beneden hun niveau en zonder perspectief. Het is volgens Dwangarbeid Nee en de Bijstandsbond niet alleen de ambtelijke organisatie of de ambivalentie van het reïntegratiebeleid, maar juist de rechteloosheid van de bijstandsgerechtigden die tot misstanden leidt en waardoor ze zich moeilijk kunnen verdedigen. Daarbij valt op te merken dat juist mensen die zich moeilijk kunnen verdedigen, er door persoonlijke omstandigheden of vaardigheden aan onderdoor gaan.
Meer in zijn algemeenheid doet zich de vraag voor of het huidige overheidsbeleid, waarbij men spreekt over individueel maatwerk en waarbij men zwijgt over collectieve rechten, niet altijd leidt tot een reeks misstanden die sowieso niet kunnen worden voorkomen. Die vraag wordt des te dringender, als het waar is, zoals de hoogleraren constateren, dat medewerkers wel van goede wil kunnen zijn, maar er toch misstanden kunnen voorkomen op organisatorische gronden. Afbraak van de sociale zekerheid, afschaffing van het begrip “passende arbeid” en vervanging ervan door het begrip “gangbare arbeid”, waarbij alles voor iedereen “passend” is, afschaffing van collectieve regelingen waar baanlozen een beroep op kunnen doen als ze voldoet aan de voorwaarden, invoering van “de tegenprestatie”, omgekeerde bewijslast, en andere plichten van bijstandsgerechtigden waarbij alles individueel wordt beoordeeld, dat allemaal leidt tot onrecht, willekeur en eenzijdige afhankelijkheid van de veronderstelde goede wil van de almachtige klantmanagers. Daarbij geldt ook nog dat die individuele goede wil, als die al aanwezig is, om zeep geholpen wordt in een organisatie waarin zich allerlei voor baanlozen nadelige groepsprocessen afspelen.
Reïficatie
Het onderzoek dat het gemeentebestuur nu aankondigt naar de uitgangspunten van het reïntegratiebeleid zal zeker ook betrekking moeten hebben op de rechten van baanlozen, zodat die zich kunnen verdedigen tegen onrecht, willekeur en onheuse bejegening. En dat onderzoek zal zich er ook op moeten richten om allerlei maatregelen die de rechteloosheid en het misbruik in de hand werken, juist niet in te voeren of weer in te trekken, zoals bijvoorbeeld het verplichte werken met behoud van uitkering op straffe van sancties, de dwangarbeid dus. Tegelijk mag de analyse van de hoogleraren geen excuus zijn om de redenering op te hangen dat niemand binnen het gemeentelijke apparaat verantwoordelijk zou zijn. De analyse en het sociologische inzicht dat organisatiecultuur en groepsprocessen hun eigen wetmatigheden kennen en niet zonder meer zijn terug te voeren op het denken en handelen van individuen, mag niet leiden tot reïficatie, dat wil zeggen: het toekennen van menselijke eigenschappen aan organisaties. Organisaties kunnen niet denken en op basis daarvan handelen. Het zijn immers altijd de mensen die dat doen. Ook al zouden individuele ambtenaren integer zijn en ook al zouden ze kritiek hebben op de organisatie en het beleid, dan nog zijn ze er medeverantwoordelijk voor, als ze eraan meewerken.
Piet van der Lende
Zie de onderzoeksrapporten en een reactie van het gemeentebestuur