Het kabinet heeft tot dusver ruim 230 miljoen euro op tafel gelegd voor banenplannen. Daarmee zouden 185.000 mensen aan werk worden geholpen. Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken heeft dat aan de Tweede Kamer geschreven.
Het kabinet heeft in totaal 600 miljoen beschikbaar gesteld voor banenplannen. Voorwaarde is dat vakbonden en werkgevers in de bedrijfstakken minimaal eenzelfde bedrag uittrekken, zo werd in april vorig jaar in het sociaal akkoord afgesproken.
Het meeste geld gaat naar begeleiding van ontslagen werknemers naar ander werk, extra leer-werkplekken voor jongeren of het in dienst nemen van mensen met weinig kansen op werk. Ook wordt veel geïnvesteerd in scholing, schrijft Asscher.
Analyse van deze tekst maakt duidelijk dat er helemaal geen mensen aan werk worden geholpen.
1. Het begeleiden van ontslagen werknemers creëert geen banen. Ontslagen mensen worden aan ander werk geholpen. De toename van de werkloosheid blijft gelijk.
2. Extra leerplekken zijn geen banen, dat zijn leerplekken.
3. Het in dienst nemen van mensen met weinig kans op werk creëert ook geen banen, het houdt mensen bezig.
4. Investeren in scholing is mooi, maar creëert ook geen werk, hooguit voor de trainers.
Mooi hoor, dat de overheid hiervoor 230 miljoen op tafels legt, maar het is zo zinloos. Er moeten banen gecreëerd worden. Maar dat weigert deze overheid principieel.
Er komen waarschijnlijk ook plannen aan om banen te subsidiëren. Daarmee worden andere mensen uit hun banen weggedrukt. Enige effect is dat ondernemers meer winst maken. Dat betekent niet dat ze meer investeren. Dat hebben de afgelopen jaren wel duidelijk gemaakt.
Als je in de markt geloofd dan moet je bestedingen laten toenemen, dat creëert banen en verdere consumptie, en niet hopen op een wonder van de wereldmarkt. Dat is zo 1930.
Johan Horeman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten