Pagina's

donderdag 12 oktober 2017

Na sluiting van omstreden dwangarbeidcentrum opent de gemeente Amsterdam nieuwe gratis werken-plekken

In het verleden moesten baanlozen in het dwangarbeidcentrum van stichting Herstelling en de gemeente Amsterdam aan de Laarderhoogtweg werken met behoud van uitkering. Over de dwangarbeid in dat centrum is veel te doen geweest. De Bijstandsbond en het actiecomité Dwangarbeid Nee hebben veel misstanden aan de kaak gesteld. Bijstandsgerechtigden werkten er soms jaren zonder contract en zonder dat ze wisten hoe lang de dwangarbeid nog zou gaan duren. Het regende kortingen op hun uitkering: bij het minste of geringste werden ze gestraft. Uit een onderzoek van het actiecomité bleek dat de dwangarbeiders niets leerden en ook nog eens werden gediscrimineerd en gekoeioneerd. Onderzoek van de gemeentelijke integriteitsdienst wees uit dat er corruptie, diefstal en andere illegale activiteiten plaatsvonden door personeelsleden die de baanlozen moesten begeleiden.

Het centrum aan de Laarderhoogtweg werd gesloten. Daarvoor in de plaats moest een nieuw centrum komen, aan de Van der Madeweg, waarbij de “stages” die in het centrum aan de Laarderhoogtweg bestonden voortaan in kleinere vestigingen in de buurten uitgevoerd zouden moeten gaan worden. Er zijn nu vestigingen in Noord, Zuid, Centrum/Oost en Zuid-Oost en ook nog steeds in het Amsterdamse Bos. Het centrum in Zuid-Oost aan de Van der Madeweg is behalve een buurtcentrum ook het hoofdcentrum, waar werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd met machines die op de andere locaties niet aanwezig zijn. De overkoepelende term van dit nieuwe beleid luidt “Amsterdam Werkt!”. De gemeente heeft de banden met stichting Herstelling inmiddels verbroken. Het gebouw van het gehate dwangarbeidcentrum aan de Laarderhoogtweg is zelfs gesloopt.

Een “stage” in de nieuwe gratis werk-centra duurt maximaal een half jaar. Het mag geen jaren meer gaan duren. Maar de inhoud van de “stages” en veel van de voorwaarden lijken nog steeds hetzelfde als vroeger. Baanlozen kunnen werken in de bouw en de techniek, groen en onderhoud, horeca en facilitair. In de bouw en techniek kunnen ze bijvoorbeeld onderhoudsklussen uitvoeren of fietsen opknappen. Bij groen en onderhoud gaat het om het herstellen van straten tot het snoeien van struiken en bomen, ook in het Amsterdamse Bos. Ook de organisatie van de centra lijkt op die van het gehate dwangarbeidcentrum aan de Laarderhoogtweg. Er zijn nog steeds “werkmeesters” die de baanlozen moeten begeleiden. De nieuwe organisatie mag dan in sommige opzichten lijken op de oude, bij de Bijstandsbond komen tot nu toe weinig klachten meer binnen over de centra. Wellicht komt dat omdat de nieuwe centra nog in de opstartfase verkeren en er nog niet zoveel deelnemers zijn. Wij gaan ze in ieder geval met argusogen volgen.

Charme-offensief

Op maandag 16 oktober vindt van 15:00 tot 17:00 uur de officiële opening plaats van het hoofdcentrum aan de Van der Madeweg 26, aldus een wel erg feestelijk uitziend affiche met de belofte van patat, ijs, foodtrucks, muziek “en nog meer”. De opening wordt verricht door SP-wethouder Arjan Vliegenthart, die eerder flink onder vuur kwam te liggen vanwege het inmiddels gesloopte dwangarbeidcentrum. De activiteit op 16 oktober lijkt onderdeel te zijn van een charme-offensief waarmee de gemeente haar slechte naam op het gebied van dwangarbeid wil wegnemen. Diverse Bijstandsbond-medewerkers gaan ter plekke eens een kijkje nemen om te onderzoeken of de deelnemers aan het project ook zo gecharmeerd zijn van de nieuwe organisatie. De medewerkers nodigen baanlozen bovendien uit om eens langs te komen op het Bijstandsbond-kantoor. De koffie staat klaar op de Da Costakade 162 in Amsterdam.

Piet van der Lende

Het hele affiche.

donderdag 7 september 2017

Petitie voor een hogere individuele inkomenstoeslag in de gemeente Amsterdam

De Bijstandsbond is een petitie gestart om voor de minima in Amsterdam een hogere individuele inkomens toeslag te krijgen. De toeslag is nu 50 euro per jaar, maar wij willen dat de toeslag 300 euro wordt voor iedereen die minstens een jaar op het minimum zit. Dit mag niet ten koste gaan van andere minima regelingen. Maar de gemeenteraad heeft toch een besluit genomen? Ja, maar dat kan veranderd worden. Wij gaan de handtekeningen onder de petitie aanbieden aan de nieuwe gemeenteraad en de onderhandelaars over een nieuwe coalitie na de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart 2018. Tijdens de verkiezingsstrijd wordt dan duidelijk waar de politieke partijen staan als het gaat om de belangen van de minima.

Teken de petitie! Hoe meer handtekeningen hoe groter de kans dat ze er iets mee gaan doen!

http://inkomenstoeslag.bijstandsbond.amsterdam

dinsdag 6 juni 2017

Aanvullingen op de overlevingsgids voor de minima

Aanvulling van de overlevingsgids voor de minima. Ik heb een advocaat nodig, maar er zijn goede en slechte advocaten. Waar moet ik op letten bij mijn keuze?

U dreigt verwikkeld te raken in een juridisch conflict of een overheidsinstantie heeft uw aanvraag afgewezen en u bent het er niet mee eens. Dus u zoekt een advocaat om namens u een procedure te voeren. Maar er zijn goede en slechte advocaten. En gespecialiseerde en minder gespecialiseerde advocaten. Regelmatig horen wij op het spreekuur van de Bijstandsbond over advocaten, die slecht functioneren. Niet op hoorzittingen verschijnen, standaard bezwaarschriften schrijven, etc. Hoe weet ik nu wie ik kan kiezen? Lees verder

Aanvulling van de overlevingsgids voor de minima. Ik zie het niet meer zitten in dit reintegratieproject. Hoe kan ik protesteren?

Veel werkzoekenden die een WW-uitkering van het UWV of een bijstandsuitkering van de gemeente hebben worden naar allerlei reintegratietrajecten verwezen. Dat kan een sollicitatietraining zijn in verschillende vormen maar ook een werkproject, waarbij je gedurende een langere periode arbeid moet verrichten met behoud van uitkering, dus zonder dat je een loon krijgt. Veel gemeenten hebben dergelijke projecten. Er kunnen verschillende momenten zijn waarop je het werk in dergelijke projecten niet meer ziet zitten. Dat kan al aan het begin zijn, maar ook later in het traject, wanneer je bijvoorbeeld beloofd is dat je na een half jaar of een jaar een contract zult krijgen en dit blijkt niet het geval te zijn. Beloftes in dit opzicht worden lang niet altijd waargemaakt. Ook kan het zijn, dat je tijdens je werkzaaheden wordt geintimideerd door werkmeesters of begeleiders, waarbij je je vernederd voelt. Je kunt er niet meer tegen. Vaak wordt gedreigd met stopzetting van de uitkering wanneer je hun opdrachten niet meer vervult. Ook kunnen zich misstanden voordoen op het gebied van werkomstandigheden en is het werk vaak zeer eenvoudig inpakwerk dat erg afstompend en geestdodend is, zonder dat je perspectief hebt op een regulier contract. Hieronder volgen enkele tips over wat je kunt doen als je het niet meer ziet zitten. Als je naar de jurisprudentie kijkt bepaalt B&W wat je moet gaan doen, moet je luisteren, moet je een gemotiveerde indruk maken, moet je geen stoorzender zijn, moet je je persoonlijke mening over trajecten, als ze negatief zijn, niet uiten, moet je op tijd komen, kortom de model werknemer zijn.Maar dit betekent niet, dat je rechteloos bent. Er zijn verschillende wegen om de misstanden aan de kaak te stellen. Lees verder

Aanvulling van de overlevingsgids voor de minima. Werken met behoud van uitkering of dwangarbeid

Veel werkzoekenden die een WW-uitkering van het UWV of een bijstandsuitkering van de gemeente hebben worden naar allerlei reintegratietrajecten verwezen. Dat kan een sollicitatietraining zijn in verschillende vormen maar ook een werkproject, waarbij je gedurende een langere periode arbeid moet verrichten met behoud van uitkering, dus zonder dat je een loon krijgt. Veel gemeenten hebben dergelijke projecten. In het hele land zijn enkele actiecomite's opgericht om te protesteren tegen het onder dwang in dergelijke projecten werken, de slechte arbeidsomstandigheden en het feit, dat door te werken in een dergelijk project er geen perspectief ontstaat op regulier betaald werk. In Amsterdam is het actiecomite Dwangarbeidnee opgericht. In Groningen bestaat DANG. (Dwangarbeidnee Groningen) en in Leiden Doorbraak. Ook de FNV heeft een campagne stop werken zonder loon. .Lees verder

maandag 24 april 2017

Individuele Inkomens toeslag

Instructies voor het aanvragen van de Individuele Inkomenstoeslag voorheen langdurigheidstoeslag in de gemeente Amsterdam

Tot 1 januari 2015 bestond de zogenaamde langdurigheidstoeslag. Dit was een regeling van de rijksoverheid om mensen met een minimuminkomen die langdurig op het minimum zaten wat extra inkomen te geven. De regering heeft die toeslag afeschaft met de invoering van de Participtiewet. De gemeenten hebben toen geld gekregen van het Rijk om een gemeentelijke regeling in te voeren. De gemeenten zijn verplicht volgens de wet zo'n regeling in te voeren en een verordening te maken waarin de regels staan. De gemeente Amsterdam heeft echter een verordening gemaakt, waarbij alleen mensen in de schuldsanering als het traject succesvol verloopt een VVV bon kunnen krijgen. De vereniging Bijstandsbond heeft als belangenorganisatie van mensen met een minimuminkomen een rechtszaak gevoerd tegen de verordening aan de hand van iemand, die niet in de schuldsanering zit en die de toeslag toch had aangevraagd. Die rechtszaak hebben we gewonnen. De gemeente mag de aanvraag niet zomaar afwijzen en moet alle aanvragen individueel beoordelen. Bovendien heeft de rechtbank (Meervoudige Kamer) de verordening ongeldig verklaard. De gemeente mag niet zeggen: we geven de toeslag aan een beperkte collectieve groep en beoordelen niet iedereen individueel. Ze moeten nu een nieuwe verordening maken overeenkomstig de wet. Hoe hoog de nieuwe toeslag wordt is niet bekend, want er is nu als het ware geen verordening. Toch adviseren wij de mensen nu alvast die toeslag aan te vragen, om een procedure te beginnen als de toeslag wordt afgewezen. (Zie hieronder) En om druk op de ketel te zetten dat de gemeente snel een nieuwe verordening gaat maklen met ene toeslag voor iedereen, individueel te beoordelen.

Hoe aanvragen?

Er komen verschillende vragen binnen over hoe je de individuele inkomenstoeslag kunt/moet aanvragen naar aanleiding van het bericht dat de rechter de verordening van de gemeente amsterdam buiten werking heeft gesteld. Welnu, er is dus nu geen regeling meer. Alleen de wet. Dus ook geen officële procedure!. Er zijn verschillende mogelijkheden de toeslag aan te vragen.

U kunt de toeslag per brief aanvragen. 'Hierbij vraag ik een individuele inkomenstoeslag aan omdat ik langere tijd een uitkering heb. En ik heb geen uitzicht op inkomensverbetering'. En dan sofinummer erbij, klaar is kees. Stuur de brief naar het WPI. Werk Participatie en Inkomen Postbus 90395 1006 Bj Amsterdam.

U kunt ook proberen de toeslag telefonisch aan te vragen. Maar hou er rekening mee, dat je dan wordt afgepoeierd. 'U komt niet in aanmerking dag meneer, mevrouw'. Als het telefonisch wel lukt, kun je bijvoorbeeld om een formulier bijzondere bijstand vragen en de aanvraag daarop invullen. Maar nogmaals, hoewel de gemeenten volgens de Wet Algemene Bestuursrecht verplicht zijn je een formulier voor bijzondere bijstand toe te sturen (dat geldt ook voor het aanvragen van andere bijzondere bijstand) is de praktijk vaak dat ze zeggen: 'u krijgt geen formulier, u komt niet in aanmerking'. Maar ze moeten het officieel in behandeling nemen en een schriftelijke afwijzing (ook wel beschikking genoemd) sturen.

Een derde mogelijkheid is, een formulier op de website van de gemeente Amsterdam in te vullen. Stappenplan:
- ga naar het contactformulier van de gemeente: https://formulieren.amsterdam.nl/tripleforms/LoketAmsterdam/formulier/nl-NL/evAmsterdam/scKlachtenformulier.aspx/fKlachtenformulierIntro. Als u dat adres te moeilijk vindt, kunt u ook surfen naar www.rechtvaardigamsterdam.nl
- kies voor 'vraag', typ in het veld "Omschrijf' hier zo nauwkeurig mogelijk uw vraag" het zinnetje: "Hierbij vraag ik een individuele inkomenstoeslag aan omdat ik langere tijd een minimuminkomen heb.En geen uitzicht op inkomensverbetering"
- bij naam en adresgegevens kun je ook je BSN invullen en je e-mailadres
- je krijgt per e-mail een bevestiging met een referentienummer en de belofte dat de gemeente binnen vijf werkdagen zal reageren op jouw vraag

Een afwijzing of niet in behandeling genomen?

Indien de aanvraag wordt afgewezen met een verwijzing naar de oude verordening, of indien de aanvraag niet in behandeling wordt genomen adviseren wij in eerste instantie een klacht in te dienen. Hou er wel rekening mee dat de bezwaartermijn 6 weken is. U kunt een klacht indienen zowel telefonisch als schriftelijk. Het telefoonnummer is 020-2526006. Brief sturen aan: Gemeente Amsterdam. Werk, Participatie en Inkomen. Klachtenteam Sociaal Domein
Antwoordnummer 9087
1000 VV Amsterdam
Een postzegel is niet nodig.

U kunt voor het indienen van een klacht ook online een formulier invullen via pagina https://www.amsterdam.nl/veelgevraagd/?caseid=%7BAA1D8C9D-8DFD-4FE1-B9D7-9E8068CEBB2B%7D. Als u dat te moeilijk vindt, kunt u ook surfen naar www.stophuisbezoeken.nl

succes.

Bijstandsbond
Da Costakade 162
1053 XD
Amsterdam
020-6898806
06-82361876




woensdag 5 april 2017

Aan alle baanlozen en flexwerkers

Doorbraak heeft het initiatief genomen om tijdens de Amsterdamse 1 mei-demonstratie van de FNV een apart blok te gaan vormen van baanlozen en flexwerkers. De Bijstandsbond ondersteunt de oproep en helpt mee organiseren. We verzamelen met dat blok op 1 mei vanaf 13:00 uur op het Jonas Daniel Meijerplein in Amsterdam, op de hoek van de Hortusplantsoenbrug. Daar begint vanaf 13:00 een programma met muziek en toespraken. En vanaf 14:00 uur gaan we als blok meelopen met de FNV-demonstratie.

 Hier vind je de oproep voor dat demonstratieblok: http://www.doorbraak.eu/1-mei-amsterdam-blok-baanlozen-en-flexwerkers-tijdens-1-mei-demonstratie-fnv Er is ook een Engelstalige oproep: http://www.doorbraak.eu/may-1-amsterdam-jobless-and-flex-workers-block-at-the-may-1-demonstration-fnv

Ik wil jullie hierbij allemaal uitnodigen om aan dat blok deel te nemen. De bedoeling is om dat blok een strijdbaar karakter te geven met spandoeken, actieborden en nog meer. Een mooie gelegenheid om 1 mei te vieren, de internationale dag van de arbeid!


Vertegenwoordiger je een organisatie die de oproep wil ondersteunen laat het dan even weten. Dan maken we een lijst van ondersteuningen


Piet van der Lende
020-6898806
info@bijstandsbond.org

vrijdag 24 maart 2017

Petitie voor het Domela Nieuwenhuis Museum

Petitie voor het Domela Nieuwenhuis Museum   

Deze petitie willen we aanbieden aan het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van Heerenveen om aan te tonen dat ons bezwaar tegen de bezuiniging een breed maatschappelijk draagvlak heeft.

    Hou Domela in Heerenveen!

    Het gemeentebestuur van Heerenveen is van plan om de subsidie voor het Museum Heerenveen, waar het Ferdinand Domela Nieuwenhuis Museum deel van uitmaakt, voor een tweede maal fors te verkleinen. Werd deze een paar jaar geleden al met 92000 euro verlaagd, nu moet daar nog eens 65000 euro van af. Daarmee houdt het museum een budget van 100.000 euro over. Het bestuur van het Museum heeft duidelijk gemaakt voor dat bedrag geen erkend museum in stand te kunnen houden. Het Museum Heerenveen zal dus gaan sluiten en dat betekent dan ook sluiting van het Ferdinand Domela Nieuwenhuis Museum in Heerenveen. Het gevolg hiervan zal zijn dat de collectie van het Domela Nieuwenhuis Museum uit Friesland gaat verdwijnen.

    Het Domela Nieuwenhuis Museum is een van de weinige persoonsmusea en zeker ook een van de oudste in de wereld gewijd aan iemand uit de arbeidersbeweging. Het bestaat sinds 1925 en richt zich niet alleen op het leven van Domela Nieuwenhuis, maar ook op diens ideeën. Het wil uitdrukkelijk het politieke en sociale bewustzijn van de bezoeker aanspreken.
    Het museum is in Heerenveen bij uitstek op zijn plaats. Heerenveen was immers de hoofdplaats van het district Schoterland, dat in 1888 met Domela Nieuwenhuis de eerste socialist naar de Tweede Kamer stuurde. Zijn eerste daad daar was aandacht vragen voor de slechte levens- en werkomstandigheden van de veenarbeiders. Het museum kan zo op een heel concrete manier bijdragen aan het verhaal van Heerenveen, dat het gemeentebestuur zo graag wil vertellen, en dat niet alleen beperkt kan blijven tot de rijke heren van Oranjewoud of de aanwezigheid van de Oranjes aldaar. Daarnaast completeert het museum prachtig het aanbod van de musea in Gorredijk en Nij Beets, die zich richten op de geschiedenis van Opsterlân (inclusief de vroege socialistische beweging aldaar) en op de geschiedenis van de vervening.

    Sluiting van het Domela Nieuwenhuis Museum zou voor de gemeente Heerenveen betekenen dat het niet alleen een boeiend museum gewijd aan een van de belangrijkste Nederlandse socialisten en anarchisten kwijtraakt, maar ook een mooie kans om het verhaal van Heerenveen compleet te maken. Daarnaast biedt Domela Nieuwenhuis een mooie gelegenheid de geschiedenis van Heerenveen te verbinden met de landelijke en internationale geschiedenis

Teken de petitie nu!

http://ferdinanddomelanieuwenhuis.nl/petitie/

zaterdag 4 maart 2017

Heb je klachten over Flextensie?

Bijstandsgerechtigden, kom in actie tegen de uitbuiting door het bedrijf Flextensie en meld je klachten! Werk jij via de Flextensie-constructie of dreig je dat te moeten gaan doen? Ken je baanlozen die via Flextensie werken of hebben gewerkt? Lees dan deze oproep: http://www.doorbraak.eu/bijstandsgerechtigden-kom-actie-uitbuiting-flextensie-en-meld-klachten En mail: dwangarbeid@doorbraak.eu

vrijdag 27 januari 2017

Workshop basisinkomen bij de Bijstandsbond


Er zijn geen historische maatschappij formaties waar er altijd fatsoenlijke werk voor iedereen was en waar er geen discriminatie was in verschillende vormen. Het basisinkomen is bewust bedoeld als fundamentele maatregel voor sociale rechtvaardigheid voor alle mensen. En dat is een teken van echte democratie. Het woord democratie bestaat uit twee gedeelten. Demos en cratia. Dus dat is volk en creëren. Democratie word gecreëerd door het hele volk niet door een klein gedeelte - de politici. Dit duidt erop dat ons parlementaire stelsel de democratie niet werkelijk als fundament heeft. Voor andere alternatieven organiseer ik op 3 februari een lezing over Basisinkomen en sociale rechtvaardigheid, bij de Vereniging Bijstandsbond Amsterdam, Da Costakade 162, om 18:00. Telefoon: 020-6898806 info@bijstandsbond.org

Petar Kapralov

woensdag 25 januari 2017

Flexibel met Flextensie: goedkoper kunnen we het niet maken

Anja Eleveld, onderzokster en wetenschappelijk medewerkster aan de Vrije Universiteit, heeft een artikel geschreven over de uitzendconstructie van het bedrijf Flextensie. Het is wellicht mogelijk dat de werkloze die via Flextensie werkt met succes voor de rechter een beroep kan doen op het uitgangspunt, dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst met alle daarbij behorende rechten. Hieronder volgt het artikel.
Flexibel met Flextensie: goedkoper kunnen we het niet maken
De afgelopen weken heeft een aantal landelijke dagbladen uitgebreid aandacht besteed aan de werkwijze van het bedrijf Flextensie (Trouw 29 december, NRC 20 januari en Volkskrant 25 januari). Vandaag (25 januari) wordt naar aanleiding van Kamervragen hierover  gedebatteerd in de Tweede Kamer.
Waar gaat het over? Flextensie is een bedrijf dat bijstandsgerechtigden uitleent aan reguliere werkgevers waar zij met behoud van de Participatiewet-uitkering en een bonus van €2,- per uur werkzaamheden verrichten. De inleenbedrijven betalen een vergoeding voor de uitgevoerde werkzaamheden.  Deze vergoeding wordt vervolgens verdeeld tussen Flextensie en de gemeente. Flextensie, deelnemende gemeenten en enige door de dagbladen geïnterviewde bijstandsgerechtigden benadrukken dat hiermee een opstapje naar regulier werk wordt gecreëerd. Tegenstanders menen dat bedrijven door deze werkwijze op een wel hele goedkope manier aan werknemers komen. Er zou sprake zijn van verdringing en ‘dwangarbeid’.
Als arbeidsrechtjurist vraag ik me af of en onder welke omstandigheden bijstandsgerechtigden die door Flextensie te werk worden gesteld, feitelijk werken op een arbeidsovereenkomst c.q. uitzendovereenkomst. Indien hiervan sprake zou zijn, dan maken deze bijstandsgerechtigden mogelijk aanspraak op het minimumloon en andere arbeidsrechtelijke bescherming.
Doel en uitvoering van de overeenkomst
Om te bepalen of sprake is van een arbeidsovereenkomst is, moeten we niet alleen kijken naar hetgeen de partijen bij het sluiten van de overeenkomst zijn overeengekomen, maar ook hoe hieraan uitvoering is gegeven. Zo luidt althans de standaardregel die is voortgekomen uit de rechtspraak. Toegepast op de Flextensie werkwijze kan gesteld worden dat niet alleen van belang is wat in een gemeentelijk besluit en/of een re-integratieovereenkomst is opgenomen ten aanzien van de re-integratieverplichting van een specifieke bijstandsgerechtigde, maar ook hoe aan dit besluit of aan deze re-integratieovereenkomst uitvoering wordt gegeven. Daarbij moet worden nagegaan of voldaan is aan alle elementen die we terugvinden in de definitie van de arbeidsovereenkomst uit artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek (BW), namelijk loon, arbeid en gezag. Bovendien, zo volgt uit de rechtspraak, moet daarbij acht geslagen worden op alle omstandigheden van het geval in onderling verband bezien. In dit blog zal ik aan de hand van een bespreking van deze elementen in het kader van de Flextensie werkwijze betogen dat het niet is uitgesloten dat een arbeidsovereenkomst/uitzendovereenkomst met de kandidaat (bijstandsgerechtigde) is ontstaan nadat deze werkzaamheden is gaan verrichten bij een inlenend bedrijf (reguliere werkgever).
Loon
Het eerste element van de arbeidsovereenkomst dat ik hier wil bespreken is ‘loon’. Dit wordt ook wel gedefinieerd als de vergoeding die de werkgever aan de werknemer is verschuldigd ter zake van de bedongen arbeid. In de rechtspraak is de vraag aan de orde geweest of een bijstandsuitkering opgevat kan worden als loon. Tot nu toe is deze vraag ontkennend beantwoord: de verplichte deelname aan arbeidsactiviteiten in het kader van een Participatiewet uitkering dient te worden opgevat als een voorwaarde voor het verkrijgen van een uitkering, in plaats van een onmiddellijke tegenprestatie voor de verrichte werkzaamheden.
Een relevante omstandigheid met betrekking tot de werkwijze van Flextensie is evenwel dat aan de bijstandsgerechtigde een vergoeding van €2,- per uur wordt betaald voor de verrichte werkzaamheden. De hoogste rechterlijke instantie in het civiele recht  (Hoge Raad) heeft geoordeeld dat ook in het geval de beloning voor de verrichte werkzaamheden zeer laag is (bijvoorbeeld € 0,8 0 per uur), dit niet uitsluit dat hiermee is voldaan aan het element ‘loon’. Met andere woorden, een beloning van € 2,- per uur staat op zich zelf niet in de weg aan het aannemen van een arbeidsovereenkomst. Flextensie noemt de vergoeding van € 2,- per uur een ‘premie voor arbeidsinschakeling’ (zie NRC 20 januari). Hiermee lijkt Flextensie te willen aansluiten bij de benaming die artikel 10a van de Participatiewet geeft aan het bedrag dat wordt uitgekeerd ter bevordering van arbeidsinschakeling van bijstandsgerechtigden die werken op een een participatieplaats. Het feit dat een private partij een specifieke naam geeft aan de vergoeding sluit echter niet uit dat deze als tegenprestatie voor de door bijstandsgerechtigde verrichte werkzaamheden - en daarmee als loon - moet worden aangemerkt. De omstandigheden van het geval zullen hierbij leidend zijn.
Arbeid
Een andere vraag is of de bijstandsgerechtigde die activiteiten verricht in het kader van zijn/haar re-integratie ‘arbeid’ verricht in de zin van art. 7:610 BW, zeker nu deze activiteiten ook een leerelement bevatten. Een vergelijkbare vraag is in de rechtspraak  aan de orde geweest met betrekking tot de activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van een stageovereenkomst. De rechter oordeelde in deze zaken dat niet snel sprake zal zijn van een arbeidsovereenkomst indien de door de stagiaire verrichte activiteiten vooral gericht zijn op het uitbreiden van de eigen kennis en ervaring.
De hoogste rechter op het terrein van het socialezekerheidsrecht (Centrale Raad van Beroep) heeft in de afgelopen jaren verscheidende malen geoordeeld dat, ook in situaties waar partijen formeel een arbeidsovereenkomst hebben gesloten ter re-integratie van de voormalige bijstandsgerechtigde,  niet was voldaan aan de wettelijke definitie van de arbeidsovereenkomst nu het element ‘arbeid’ ontbrak. De afgesproken ‘werkzaamheden’ bestonden in deze zaken uit sollicitatietrainingen en het zoeken naar vacatures, of uit arbeidswerkzaamheden die gericht waren op het gewend raken aan een normaal arbeidsritme en het omgaan en samenwerken met collega’s. De rechter achtte echter wel een arbeidsovereenkomst aanwezig, indien aan deze (re-integratie) werkzaamheden economische waarde toekwamen en ze niet waren gericht op het vergroten van kennis en het opdoen van werkervaring.
De Centrale Raad van Beroep heeft recent uitspraak gedaan in twee zaken waar een (voormalige) bijstandsgerechtigde een overeenkomst had gesloten met een re-integratiebedrijf dat door de gemeente was ingeschakeld om hem/haar te detacheren bij een reguliere werkgever. In de overeenkomst was vermeld dat het ging om een arbeidsovereenkomst. De Raad oordeelde dat, zolang betrokkene niet is uitgeleend aan een werkgever er geen ‘arbeidsovereenkomst (uitzendovereenkomst)’ tussen de betrokkene en het uitlenende reïntegratiebedrijf tot stand is gekomen. Pas op het moment dat betrokkene daadwerkelijk wordt uitgeleend aan een werkgever alwaar h/zij (productieve) arbeid gaat verrichten, komt een 'arbeidsovereenkomst (uitzendovereenkomst)' tot stand. Deze zaken laten zien dat onder omstandigheden de overeenkomst tussen een bijstandsgerechtigde en Flextensie aangemerkt zou kunnen worden als een uitzendovereenkomst, op voorwaarde dat de bijstandsgerechtigde daadwerkelijk wordt uitgeleend aan een reguliere werkgever waar h/zij arbeid verricht dat van economische waarde is.
Een belangrijk verschil tussen laatstgenoemde zaken en de Flextensie werkwijze is evenwel dat partijen de overeenkomst  een ‘arbeidsovereenkomst’ hadden genoemd en dat betrokkenen dienovereenkomstig het minimumloon  verdienden. Maar hoe zou de rechter oordelen indien de overeenkomst niet was voorzien van het etiket ‘arbeidsovereenkomst’, en evenmin het minimumloon was uitbetaald? Om deze vraag te beantwoorden is wederom de rechtspraak met betrekking tot leerstages relevant. Zoals eerder vermeld wijkt een stageovereenkomst af van een arbeidsovereenkomst in de zin dat in een arbeidsovereenkomst het leerelement voorop staat. De scheidslijn tussen een stage en een arbeidsovereenkomst is echter niet altijd goed te trekken. Belangrijke factoren zijn bijvoorbeeld de mate waarin de onderwijsinstelling zeggenschap heeft over de activiteiten die de leerling bij het bedrijf verricht en de mate waarin de activiteiten voor de partijen profijtelijk zijn. Ik kom hier aan het eind van deze blog op terug.
Gezag
Tot slot het element ‘gezag’. In het arbeidsrecht wordt een gezagsrelatie aanwezig geacht wanneer de ene partij het recht heeft om bindende instructies te geven aan de andere partij. In uitzendrelaties wordt vaak onderscheid gemaakt tussen de feitelijke gezagsverhouding (tussen de werknemer en het inlenende bedrijf ) en de contractuele gezagsverhouding (tussen de werknemer en de uitzendorganisatie). Bij de werkwijze van Flextensie is het niet op voorhand duidelijk hoe het zit met die gezagsverhouding. Van belang is bijvoorbeeld, of en hoe de gemeente invloed kan uitoefenen op de aard van de werkzaamheden van de bijstandsgerechtigde en de wijze waarop h/zij deze de werkzaamheden uitvoert.
Omstandigheden van het geval
Uit het voorgaande blijkt dat niet eenvoudig kan worden vastgesteld of bijstandsgerechtigden die door Flextensie worden uitgezonden om arbeid te verrichten bij een reguliere werkgever deze arbeid verrichten op basis van een arbeidsovereenkomst/uitzendovereenkomst. Het is mijns inziens met name niet helder of voldaan wordt aan de elementen ‘arbeid’ en ‘gezag’. Om hierover meer duidelijkheid te krijgen, dient kortgezegd gelet te worden op het volgende:
  • Wat staat centraal bij het verrichten van de werkzaamheden: het leren of het leveren van productie?
  • Wat is de zeggenschap van de gemeente en/of het door de gemeente ingeschakelde re-integratiebedrijf over het leerproces van de bijstandsgerechtigde?
Een gedeeltelijke antwoord op deze kernvragen kunnen we vinden in de algemene inleenbepalingen en de leveringsvoorwaarden van Flextensie (zie www.flextensie.nl), daarnaast heb ik via een Wob procedure inzage gekregen in een overeenkomst die is gesloten tussen Flextensie en een gemeente. Gezien de inhoud van deze documenten is het naar mijn mening niet uitgesloten dat sprake is van een uitzendovereenkomst of arbeidsovereenkomst. In de overeenkomst tussen Flextensie en de gemeente wordt bijvoorbeeld geen aandacht besteed aan leeraspecten. Het verdienmodel en het leveren van productie staat centraal. Zo wordt de ‘bediening van flexmarkten’ als doel geformuleerd en spreken partijen over de facturering van de ‘fee’ op een wijze dat is gerelateerd aan het wettelijk minimum loon en de loonwaarde van de kandidaat. Het leerelement staat wel centraal in artikel 1 van de algemene inleenbepalingen. Dit artikel stelt dat de inzet van de kandidaat plaats vindt in het kader van zijn re-integratie en dat de opdrachtgever de kandidaat daartoe stimuleert bij het ontwikkelen van zijn vaardigheden en werkervaring. Maar hier blijft het bij. De overige bepalingen wijzen op de feitelijke gezagsrelatie (lijkt te liggen bij de inlener ofwel reguliere werkgever) en de contractuele gezagsrelatie (lijkt te liggen bij Flextensie). De door Flextensie gehanteerde leveringsvoorwaarden zijn bovendien in grote lijnen gelijk aan de leveringsvoorwaarden die gehanteerd worden door de grootste brancheverenigingen voor uitzendbureaus, de ABU en de NBBU.
Ten aanzien van de leveringsvoorwaarden van Flextensie springen verder twee bepalingen in het oog. In de eerste plaats verplicht artikel 8 d de inlener tot betaling van een vergoeding aan Flextensie indien hij een arbeidsovereenkomst met de kandidaat (bijstandsgerechtigde) wenst aan te gaan. Een dergelijke verplichting lijkt me eerder belemmerend dan bevorderend voor de re-integratie van bijstandsgerechtigden naar regulier werk. Op grond van een tweede (nogal merkwaardige) bepaling uit de leveringsvoorwaarden (artikel 6 d) eindigt elke opdracht van rechtswege op het tijdstip ‘dat Flextensie Nederland de arbeidskracht hun arbeidsovereenkomst met Flextensie Nederland opzeggen’. Afgezien van de vraag of deze zin grammaticaal gezien juist is, lijkt Flextensie de bijstandsgerechtigde een ‘arbeidskracht’ te noemen die met Flextensie een arbeidsovereenkomst is aangegaan.
Echter voor een definitieve beoordeling van de vraag of een arbeidovereenkomst/uitzendovereenkomst is ontstaan dient, zoals uit de rechtspraak blijkt, acht te geslagen te worden op 'alle omstandigheden van het geval'. Geïnspireerd door het Logidex arrest waar de vraag aan de orde was of het bemiddelingsbureau Logidex dat leerlingen van een mbo opleiding plaatst bij stage werkgevers, een uitzendovereenkomst was aangegaan met de leerlingen, dienen de volgende omstandigheden meegewogen te worden:
  • Wat is  precies afgesproken tussen de partijen (gemeente, Flextensie, inlener en bijstandsgerechtigde)? Hier dient met name gelet te worden op hetgeen is afgesproken met betrekking tot het doel van re-integratie van de bijstandsgerechtigde.
  • In hoeverre controleert de gemeente of deze afspraken worden nagekomen?
  • In welke mate is het verrichten van de werkzaamheden in het belang voor de re-integratie naar regulier werk voor deze bijstandsgerechtigde, gezien zijn/haar werkervaring, opleiding, leeftijd en het voltooien van eerdere re-integratietrajecten.
  • Wie heeft het initiatief genomen tot aanmelding bij Flextensie?
  • Hoe is de plaatsing van de bijstandsgerechtigde bij het inlenende bedrijf tot stand gekomen?
  • Waar ligt de instructiebevoegdheid ten aanzien van de kandidaat (waaronder de duur van de plaatsing en in hoeverre is de duur van de plaatsing gerelateerd aan de leerdoelen)?
  • Worden kandidaten geplaatst op verzoek van bedrijven of worden bedrijven gezocht die bij de kandidaten passen?
  • Kan de gemeente de plaatsing van de bijstandsgerechtigde bij het bedrijf eenzijdig beëindigen?
Het laatste woord hierover is aan de rechter. Mocht de rechter - indien hierover zou worden geprocedeerd -  oordelen dat sprake is van een uitzendovereenkomst tussen de bijstandsgerechtigde en Flextensie, dan dient Flextensie de bepalingen uit titel 10 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (de arbeidsovereenkomst) en de algemeen verbindend verklaarde Cao voor Uitzendkrachten (2012-2017) na te komen. Betekent dit dat een effectief opstapje voor bijstandsgerechtigden naar regulier werk om zeep wordt geholpen? Dat hoeft niet het geval te zijn. Opdrachtgevers zijn kennelijk bereid een vergoeding te betalen voor deze werknemers, afhankelijk van de loonwaarde van de betreffende werknemer. De Participatiewet biedt vervolgens de gemeente de mogelijkheid om een lage loonwaarde aan te vullen met loonkostensubsidie en door middel van een no-risk polis te voorkomen dat de werkgever financieel risico loopt bij ziekte van de werknemer. Dit neemt niet weg dat de kosten voor de werkgever waarschijnlijk hoger zullen uitvallen, nu voor deze werknemers loonbelasting en premies sociale zekerheid moet worden opgehoest. Daar staat tegenover dat met deze constructie (voormalig) bijstandsgerechtigden in ieder geval verzekerd zijn van arbeidsrechtelijke bescherming waar ze recht op hebben.
n.b. een meer uitgebreide versie van dit blog onderbouwd met rechtspraak en Kamerstukken zal worden gepubliceerd in een juridisch tijdschrift. Ik zal u via dit blog daarvan op de hoogte houden.